Zijn architectuur

De architectuur van Dom Bellot is gestoeld op harmonie: De verhoudingen van een gebouw dienen gebaseerd te zijn op de maatvoering van de gulden snede. Een gebouw van Dom Bellot steekt ook niet af ten opzichte van zijn omgeving: Het dient er in te passen. Daarom gebruikt Bellot ook zoveel mogelijk het bouwmateriaal van het land. In Nederland is dat baksteen.

 

De buitenkant is vaak eenvoudig, de binnenkant rijk versierd. Met gekleurde of geglazuurde bakstenen is de kerk verfraaid. Niets wordt weggestopt achter pleisterwerk of nep-gewelven, want het bouwmateriaal moet door zijn gebruik verheven worden. Het is volgens Dom Bellot de taak van de architect het materiaal zó te gebruiken dat het geschikt is om te gebruiken in een gebouw voor God. Hij sluit zich dan ook aan bij L'Arche, een groep voornamelijk Franse religieuze kunstenaars. L'Arche probeerde een eigentijdse religieuze kunst te ontwerpen en niet enkel te kopiëren uit vroeger tijden (neo-gothiek, neo-romaans).

 

 

In Nederland bouwde Bellot voornamelijk in baksteen, elders heeft hij ook in beton gebouwd. Zijn enige Nederlandse beton-kerk, de Theresiakerk te Nijmegen, is helaas afgebroken.

 

 

Belangrijk in Bellot's kerken is een vrij zicht op het altaar: Daarom plaatste hij de pilaren zo ver mogelijk naar de zijkanten. De zo ontstane doorgangen dienen enkel als looppad.  De kerk wordt overspannen door een paraboolboog (bij bakstenen kerken) of een keperboog (bij betonbouw).  Een aantal van deze bogen achterelkaar vormt als het ware het skelet van de kerk waarop het dak rust.

 

 

De paraboolboog van Bellot wordt vaak vergeleken met de kettingboog van Gaudi. Dit is een onjuiste vergelijking. Gaudi ontwierp boogvormen met behulp van een ketting: In een omgekeerd model van het gebouw plaatste hij een ketting, om zo de boogvorm te bepalen. Bellot berekende echter zijn paraboolboog op grond van de gulden snede, de driehoeksverhouding 31º 43" bij 58º 17".

 

 

 

In het bovenstaande figuur ziet u hoe in zes stappen een boog geconstrueerd kon worden.

De hoogte van de pilaar, de aanzet van de boog, was bepalend voor de hoogte en de breedte van het hele gebouw. Wijziging van één van de maten van het gebouw, de breedte bijvoorbeeld, zou direct consequenties hebben op de hoogte en de lengte van het gebouw.

 

 

Bellot zocht naar een eigentijdse kerkelijke architectuur, met respect voor het verleden. Zijn vormkeuze was traditioneel te noemen, maar met gebruik van nieuwe materialen en technieken.

Innover la tradition: Voortbouwen op de traditie.