Abbaye St. Paul, Wisques

 

De gemeenschap van de Paulusabdij van Wisques was in 1901 gedwongen te vertrekken door de wetten van Emile Combes. Zij week in eerste instantie uit naar Honnay, bij Namen (België), maar vertrok later naar Oosterhout, Noord-Brabant, en stichtte daar de Paulusabdij. Dom Bellot begon hier met zijn werkzaamheden als monnik-architect en had in dit nieuwe klooster ook zijn atelier.

 

Toen in 1920 de monniken terug konden keren naar Frankrijk bleef een gedeelte achter in Oosterhout, maar de meeste Franse monniken vertrokken weer naar Wisques. Daar namen zij wederom hun intrek in het reeds bestaande klooster: Een Château, met enkele toevoegingen uit 1889 door architect Paul Vilain uit Lille.

In 1928 werd het klooster een Abdij, formeel gescheiden van de gemeenschap te Oosterhout. Dom Bellot vertrekt vervolgens naar de kloostergemeenschap in Wisques. Bellot leidt nu zijn architectenbureau vanuit deze abdij. Hendrik van de Leur blijft als associé-compagnon in Nederland achter, die vanuit zijn woonplaats Nijmegen verantwoordelijk wordt voor het werk in Nederland.

 

 

Zicht op de achterzijde van het klooster.

Dit gedeelte is ontworpen door Dom Bellot.

Achter de langwerpige ramen bevindt zich de refter.

 

 

 

Onder en hiernaast het pandhof,

tegen het oude Château aan.

 

 

 

 

 

 

 

Op de foto links het deel wat in de jaren ’60 is toegevoegd door

architect Philippe, tegen het bestaande deel van Bellot aan.

 

 

De oorspronkelijke plannen behelsten de bouw van een nieuw klooster op het terrein van het Château. Tegen de oostzijde van het bestaande gebouw begon Bellot in 1930 met een uitbreiding, met kloostergang, refter (eetzaal), keuken en verblijven, de zogenaamde cellen. Er was gerekend op een verdere uitbreiding, want de kloostergang loopt niet rond, ze is "afgebroken". De funderingen liggen overigens al klaar...

Als het nieuwe klooster klaar zou zijn, zou het oude chateau afgebroken worden...

In de tweede wereldoorlog was het klooster gevorderd door de Duitse wehrmacht. Zij vonden de keuken te klein en hebben deze, overigens in stijl, uitgebreid. Na de oorlog keerden de paters terug. De oorspronkelijke bouwplannen verdwenen in de la.

De abdij is in de jaren '60 uitgebreid met een kapel, geïnspireerd op de stijl van Bellot. De hele oostelijke vleugel is ontworpen door de vroegere leerling van Bellot, Joseph Philippe. Een losse klokkentoren staat aan de Zuidoostzijde van het complex.

 

 

kloostergang

 

De kloostergang heeft geen paraboolbogen, maar keperbogen van baksteen. Deze keperbogen zijn geaccentueerd met gekleurde stenen en ook het mariabeeld in de kloostergang heeft een rijk gedecoreerde omlijsting. De overige muren zijn opvallend neutraal. De kloostergang aan de noordzijde is van Bellot, die aan de oostzijde van Philippe. Aan de westzijde zijn twee traveën van de kloostergang gebouwd, een tijdelijke deur sluit de toegang al sinds 1930 af...

 

 

 

De refter (eetzaal) is overwelfd met beton, dat rust op bakstenen pilaren. In de refter bevindt zich een betonnen preekstoel, beschilderd volgens ontwerp van pater François Mes OSB.

 

Het kleurgebruik van Bellot is hier sober, slechts op ooghoogte wordt metselwerk benadrukt door gebruik van met name donker geglazuurde stenen in een gekleurde band. Wel is er gebruik gemaakt van gekleurde voegen. De vloer is daarentegen rijkelijk voorzien van tegelmozaïek.

 

Het glas-in-beton bestaat uit gele glazen, omgord door een rode band.

 

Een deel van de refter is momenteel afgescheiden en in gebruik als kapittelzaal.

Hier is in de muur met witte steen een kruis gemetseld. De oostwand is rijk gedecoreerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

  Op de verdieping zijn de cellen van de paters.    

  Hier vinden we de typische

  baksteenarchitectuur vooral terug in de 

  trappenhuizen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  De kloosterkapel in het nieuwe deel van

  architect Philippe, hier rechts te zien,

  is duidelijk geïnspireerd op de refter van Bellot.

  Ook de rest van deze uitbreiding

  ademt de sfeer van het Bellotisme

  en is een compliment voor de architect waard.

 

 

 

 

Foto's: A.W.A. Lukassen en A.A. Lukassen,  juli 2010

Onze hartelijke dank voor de warme ontvangst door de paters van Wisques.