Eglise Notre Dame des Trévois, Troyes

 

Een van Bellot's mooiste kerken is de Notre Dame des Trévois: Een, op het oog, eenvoudig zaalkerkje, gebouwd in 1931-1934. Een rechthoekige plattegrond met een vijfzijdig gesloten priesterkoor met omgang, en twee lage transepten. Aan de voorzijde valt het metershoge witte beeld van Maria op, vervaardigd door Henri Charlier. Het staat tegen de middenpilaar van het voorportaal. Dit voorportaal heeft de volledige breedte van de kerk en zou de onderbouw van een toren moeten vormen die in een hoek van 45 graden in het midden van de voorgevel gepland was. Door de crisis in de jaren 1930 heeft men moeten volstaan met een eenvoudige klokkenstoel.

 

 

 

 

 

 

 

voorportaal

 

 

 

De daklijn in de zijgevel wordt onderbroken door een kleine topgevel ter hoogte van het looppad achterin de kerk en in het midden van de transepten. Over de volledige lengte van het gebouw loopt een band van lichtere steen. Aan de achterzijde bevindt zich een vijfzijdig gesloten priesterkoor met twee ronde vensters in de zijwanden. Het geheel wordt overdekt met een veelkleurig leisteenmozaïek. Let ook eens op de omlijsting van het rozetvenster in de voorgevel.

 

 

Binnen is duidelijk waarom Dom Bellot de bijnaam "dichter van baksteen" heeft gekregen: Een en al kleurschakering en accentering is in het metselwerk terug te vinden. De paraboolbogen worden allen met gekleurde stenen geaccentueerd, de muurvlakken boven de keperbogen in het zijpad zijn gekleurd, in het priesterkoor is een wit kruis gemetseld en de overgangen van de pilaar naar de boog toe lijkt wel van natuursteen.

 

Net als in de kapel te Neuvy-sur-Barangeon zijn in deze kerk twee preekstoelen aanwezig. De communiebanken zijn bewaard gebleven.

Het priesterkoor heeft een houten plafond, in blauwe kleurstelling, en de nissen in de achterwand zijn voorzien van mozaïekwerk. Een bescheiden pijporgeltje is terug te vinden op de zangzolder. In de kerk staan stoelen, kerkbanken heeft ze nooit gehad. De gelijkenis met de kerk in Leerdam (1929) is opvallend, en samen met Hardecourt-aux-bois zijn dit de twee meest “Nederlandse” kerken van Bellot in Frankrijk…

 

 

 

 

doopkapel

 

 

Een topstuk van Bellots ontwerpkunst is de plafondsluiting van de doopkapel: Taps toelopend kruipen de verschillende baksteenlagen naar elkaar, het lijkt wel een holle piramide. In plaats van glas-in-lood heeft de kerk glas-in-beton ramen.

 

foto's: A.W.A.Lukassen en A.A. Lukassen, juli 2009