Eglise de L'Immaculée Conception, Audincourt
Deze kerk heeft een skelet van beton. De buitenmuren zijn bepleisterd en hebben zo ook het uiterlijk van betonblokken.
Ook hier weer de aanpassing aan de omgeving: Audincourt is een industriestad.
De toren heeft een veelhoekige klokkenkamer, op een vierkante grondvorm. De torenspits doet denken aan een minaret.
De buitenmuren zijn "geknakt", het heeft wat van een harmonicavorm. In de zo ontstane ruimte staan biechtstoelen en heiligenbeelden. Vanaf het raam is de muur overigens wel recht
Aan de achterzijde van de kerk is een steeg, deze loopt niet evenwijdig ten opzichte van de voorgevel van de kerk waardoor de achterzijde van de kerk ook schuin is uitgevoerd. De rechterzijde heeft zodoende voldoende ruimte voor een dagkapel. Het priesterkoor is vijfzijdig, maar elke zijde heeft een naar buiten stekende punt in de muur.
achterzijde, met
dagkapel |
|
|
|
De niet dragende binnenmuren tussen de betonnen skeletdelen zijn van baksteen. Het betonskelet van de kerk is zichtbaar gelaten en rijst hoog op, de opzet is veel hoger dan die van de Nijmeegse Theresiakerk. Boven de keperbogen in de looppaden is het beton opengewerkt als maaswerk, wat het lichte karakter nog versterkt. De grote betonvlakken in het gewelf hebben elk een eigen kleurstelling: Het schip is licht blauw en blank, de koepel in het transept is in rood-tinten en het priesterkoor is donkerblauw en zwart. Kleuren die gekozen zijn om bestand te zijn tegen vele jaren luchtvervuiling. In de transepten bevindt zich voor de ramen een maaswerk van gewapend beton.
|
|
|
|
Het celebratiealtaar is na het tweede vaticaans concilie verplaatst naar de viering, in het midden van het transept. Daarbij zijn gelukkig het originele priesterkoor en de communiebanken bewaard gebleven. De houten kerkbanken zijn bij de herinrichting in de transepten een kwart slag gedraaid.
Twee andere leden van L'Arche hebben aan dit gebouw meegewerkt: Glazenier Valentine Reyre verzorgde het glas-in-lood rozetvenster "L'Immaculée Conception", beeldhouwer Henri Charlier verzorgde het witte beeld van de Maagd Maria.
De kerk is gewijd in juli 1932
De grafsteen van de bouwpastoor heeft een plaats gevonden in de doopkapel, onder de toren.
Foto’s: A.W.A. Lukassen en A.A. Lukassen, juli 2009